Agosto E. Peñaflor (43)
Volmatroos
Ik kom uit Manilla in de Filippijnen. Toen ik een kind was, vroegen mensen mij wat ik wilde worden. Elke keer antwoordde ik zeeman, al had ik geen idee wat een zeeman is of doet. Ik kende geen zeelieden en onze stad ligt niet bij de zee. Toch is het me gelukt zeeman te worden.
Dankzij een internationale organisatie die arme kinderen steunt, de Asmae Association Soeur Emmanuelle, kon ik naar school aan het Philippines Maritime Institute in Manilla. Ik ben ze erg dankbaar, want zij betaalden mijn opleiding, zodat ik nu een zeeman ben. Meer van mijn klasgenoten kregen hun opleiding betaald door de vereniging. Wij hebben een grote kans gekregen op een beter leven.
Ik moest steeds twee uur reizen om van huis bij school te komen. Overdag verkocht ik chocolade, plastic of rietjes in een klein winkeltje om het vervoer naar school te betalen. Ik zag wel eens rijke studenten langskomen. Zij droegen dure kleren en goede schoenen en ze roken lekker. Zij hadden geluk. Ik dacht wel eens aan opgeven, maar ik zei tegen mezelf: ‘Nee. Ik ben nu aan het verkopen, maar vanmiddag word ik ook weer een student.’ Als ik mijn witte uniform aantrok, voelde ik me steeds weer trots.
Toen ik klaar was met mijn examen en een baan vond, kon ik mijn ouders eindelijk vertellen dat het me gelukt was. Ik was een zeeman geworden. Ik werk nu hard op het schip, maar ik ben dankbaar.
Ik heb drie kinderen. De laatste keer dat ik verlof had, kon ik sportschoenen voor ze kopen, voor een basketbaltoernooi. Ze hoefden niet op blote voeten te sporten. Dat maakte me erg gelukkig. Ik kan mijn gezin geven wat ze nodig hebben.