Alexander Schellenboom (33)
Schipper
Ik ben waterboer. Zo noemen wij onszelf. Wij bevoorraden schepen in de Rotterdamse haven met water. Mijn bootje ligt in de Scheurhaven, op de Landtong bij Rozenburg. Ik ga ‘s morgens aan boord met een collega. We wachten op een telefoontje van kantoor met de orders. Als we die krijgen, gaan we naar het zeeschip. Eenmaal daar gaat mijn maat het schip op. Dan gaan we slangen aansluiten en water overpompen. Dat gaat allemaal automatisch.
In onze vloot zijn er zes schepen. Wij bevoorraden alle zeeschepen in de haven, dus wij hebben het best druk. Wij rekenen in tonnen water. Ik neem zelf driehonderd ton mee. Afhankelijk van hoeveel een zeeschip bestelt, kan ik meerdere boten per dag bedienen. We doen er gemiddeld drie op een dag, ook afhankelijk van de vaarafstand. We varen in heel het havengebied, vanaf de Moerdijk tot aan de Tweede Maasvlakte. De Nieuwe Waterweg ken ik op mijn duimpje. Daar heb ik inmiddels het zout uit het water gevaren.
Ik wilde als kind al varen. Heel cliché, maar ik houd van de vrijheid die je aan boord hebt. Dat is jouw wereld en niemand kan zich daarmee bemoeien. Het maakt me niet uit wat er gebeurt, maar ik ga varen. Mijn opa voer en was lid van de zeekadetten. Hij was mijn grote voorbeeld. Zo ben ik ook bij de zeekadetten gekomen. Op de Rigel in Maassluis heb ik het geleerd.
Vanuit de basisschool ben ik naar de Binnenvaartschool gegaan. Ik heb nog een jaar HBO Zeevaart gedaan, maar wilde toch meteen gaan varen. Via een nautisch uitzendbureau kon ik aan de slag. Ik heb van alles gedaan: bunkertankers, zand beunschepen, onderwaterlassers en uiteindelijk de waterboot.
Ik heb me voorgenomen het record van langstzittende medewerker te verbreken. Jaren terug vond ik een quote: Geef me werk wat bij me past en ik hoef nooit meer te werken. Die hing ik in de stuurhut. Dat voel ik echt zo.