.
‘De vraag die ik het meeste stel als ik aan boord kom is: How are you?’

Dennis Woodward (39)

Havenpastor

Ik ben nu vijf jaar Port Chaplain, oftewel Havenpastor in de Rotterdamse haven voor The Mission to Seafarers, een wereldwijde christelijke organisatie voor welzijnswerk voor de zeevarenden. Ik vind het heel mooi om te mogen doen. De vraag die ik het meeste stel als ik aan boord kom is ‘How are you?’. Daar draait het voor mij echt om: het geestelijk en pastoraal ondersteunen van de zeevarenden.

Ik heb ooit aan de Hoge Hotelschool gestudeerd en in verschillende hotels gewerkt. Toen kwam er een roeping om Jezus te dienen. Ik ben theologie gaan studeren in Cambridge en na drie jaar werd ik ingewijd in de Anglicaanse kerk. Ik doe dit uit liefde voor Jezus en voor de medemens.

Wij zijn er als havenpastoors en zeemanshuizen echt voor de mens, omdat scheepvaart best een machinewereld is. Een schip kan een gevaarlijke omgeving zijn. Er gebeuren nog veel ongelukken aan boord. Op schepen en in de haven draait het bovendien non-stop door, 24/7.

Zeevarenden zitten vaak maandenlang aan boord, zonder voet aan wal te kunnen zetten, zeker tijdens de coronapandemie. Ze komen aan op de Tweede Maasvlakte of in Europoort, ver van de stad Rotterdam. Je ziet er niets dan industrie. Niet zo romantisch als vroeger. Het werk van zeevarenden wordt ondergewaardeerd. Terwijl onze economie draait op het transport per water.

Fantastisch om zeevarenden te ondersteunen met praktische zaken, zoals een simkaartje, zodat iemand even contact met het thuisfront kan hebben. De kerntaak van mijn functie vind ik echter luisteren. Als je er voor één schip voor één persoon bent, dan is dat voor één schip voor één persoon. En daar dan écht in het moment zijn. Luisteren, doorvragen, samen bidden, kijken hoe je kan helpen.

Ik leid ook diensten aan boord. Eén keer per maand ga ik een dienst voor in de bioscoopzaal van de Stena Britannica. Soms ben ik er ook als er iemand aan boord van een schip is overleden. Dat geestelijk en pastorale werk, dat vind ik het belangrijkste.

meer zeelieden

Ed van den Hoek

‘De haven is zó veelzijdig. Je kan er heel leuke banen vinden. Ik doe alles om de haven weer bekender te krijgen.’

Kees Schaap

‘Je ziet al die namen van vroeger terugkomen in de haven, zoals het natuurgebied De Beer dat is teloorgegaan.’

Aad Noels

‘Ik kreeg verkering en toen vond ik het niet meer zo geweldig om lang weg te blijven.’

Rene Galozo

‘Op mijn opleiding zeiden we: we studeren hier om dollars in plaats van pesos te verdienen. Ik ben hier aan boord om geld te verdienen voor mijn familie.’

Jeroen Wupkes

‘De haven staat nooit stil en verandert continu. Daar gaan wij in mee en we kunnen er op anticiperen.’

Chayka Valery

‘In het begin had ik heimwee. Mijn contract is voor zes maanden. En met twee maanden onderweg mis ik mijn familie wel.’

Yevhen Savchin

‘Ik vind het varen fijn vanwege de zee en het salaris. Ik heb bijna heel de wereld gezien.’

Antonio Jr Montanez

‘Aan een stroompje liet ik het scheepje varen en beloofde ik mezelf dat ik op een dag zou proberen om zeeman te worden.’

Dennis Laguisma

‘Als je vriendelijk en sociaal bent, maak je het leven aan boord beter.’

Peet de Rouw

‘Als je vroeger met een schip uit Schiedam vertrok, dan voer je ook echt de stad uit.’

Rommel E. Dela Cruz

‘Het is belangrijk om een goede band met je collega’s te hebben. Je hebt niemand anders op zee.’

Gurkaran Gill

‘Het ding met zeelui is dat ze altijd zeggen dat dit hun laatste scheepscontract is, maar we gaan toch weer terug.’

Marith Molmans

‘Je ziet geen land om je heen dus dat is wel raar, maar ook heel mooi.’

Cor Goudriaan

‘De liefde voor het water gaat best ver. Zelfs tijdens vakanties moet ik bootjes zien. Heel jammer dat ik over drie jaar met pensioen moet.’

Hans Casimiri

‘Het water is altijd anders. Het schip is anders, de bemanning is anders, het weer is anders, je hebt stroom mee of stroom tegen en de wind.’

Rick Slijk

‘Je gaat met windkracht 12 naar zee en dan moet je wel weten wat je aan elkaar hebt. Je moet elkaar honderd procent kunnen vertrouwen.’

Jeryl Leo S. Mabaquiao

‘Ik kan via internet met mijn vriendin en familie spreken wanneer ik maar wil. Dus voel ik me minder eenzaam dan de zeelieden vroeger.’

Florin Daniel Zaharia

‘Mijn zoon is 21, even oud als onze jongste matroos. Hij vindt mijn werk niet leuk. Te lang weg van je familie.’

Arie Jan Verheul

‘Ik heb heel vaak op de Nieuwe Waterweg en het Scheur gevaren. Het is geen moeilijke rivier om te bevaren. Goed overzichtelijk en goed aangegeven.’

Ton Tromp

‘Volgens traditie werd ik gedoopt toen ik voor het eerst de evenaar overging: het Neptunusritueel. Ik kreeg een zeenaam: Geep, een doorzichtige vis.’

Peter de Man

‘Als je ’s morgens de haven uitvaart en je ziet boven Rotterdam het zonnetje opkomen: dat is mooi. Kou of regen maakt mij niet uit.’

Agosto E. Peñaflor

‘Toen ik klaar was met mijn examen en een baan vond, kon ik mijn ouders eindelijk vertellen dat het me gelukt was. Ik was een zeeman geworden.’

Jeynus Diaquino

‘Het werken in de kombuis is een uitdaging, want je wilt iedereen tevreden stellen. Verschillende smaken, verschillende nationaliteiten.’

Ursula Thon

‘Bovenin de stuurhut, negen meter boven de mensen, voel je het soms flink slingeren.’

Henk van der Lugt

‘Hoek van Holland is ontstaan bij het graven van de Nieuwe Waterweg, dus iets meer dan 150 jaar geleden. Het was een duingebied.’

Piotr Ochrymowicz

‘Eerlijk gezegd heb ik niet nagedacht over stoppen met varen en wat er daarna gebeurt.’

Alexander Schellenboom

‘De Nieuwe Waterweg ken ik op mijn duimpje. Daar heb ik inmiddels het zout uit het water gevaren.’

Rishabh Jangra

‘Ik was 22 toen ik begon met het verkennen van de wereld. Dat is vrij uniek, vergeleken met de gangbare carrières.’

Cornelis Harms

‘Op de wilde vaart wist je nooit wanneer je naar huis zou gaan. Op de Nieuwe Waterweg was je echt bijna thuis.’

Dirkjan Lub

‘Mijn ouders probeerden me nog een andere blik op de wereld te geven. Maar nee, ik wilde alleen maar zeevaart.’

Frans Heijlaerts

‘Wij hebben vaak met de sleepboot op de Nieuwe Waterweg gevaren en hebben geholpen met de aanleg van de Europoort. Wij versleepten baggerbakken.’

Benjamin de Gelder

‘Als verkeersoperator ben je de gastheer van de haven, maar ook de bevoegde autoriteit. Daartussen moet je een middenweg vinden.’

Michal Serafinowicz

‘Er waren heel hoge golven. De hoogste was veertien meter hoog. En dat met een schip van maar veertig meter lang.’

Charles de Jonge

‘Als ik een schip zie langs varen weet ik precies hoeveel ton die is, uit welk land hij komt en van welke maatschappij hij is.’

Rob Oosterlee

‘Rozenburg is het eerste dorp aan het Scheur zeg ik altijd. We zijn hier de poort van Europa.’

Dmytro Shlopak

‘Ik ben vaak in Rotterdam geweest, maar helaas alleen in de haven. De terminals heb ik gezien, maar de stad nog nooit.’

Paul Streefkerk

‘Als loods is het de bedoeling dat je de haven goed kent. Ik heb meer dan 7000 reizen in de haven gemaakt, soms zelfs vier per dag.’

Frans Verbrugge

‘De Nieuwe Waterweg en het Scheur zijn voor mij een erg bekende werkplek. Ik kan daar zeker met mijn ogen dicht varen.’

Jiorgos Soppe

‘Ik heb soms heimwee naar mijn oude woonplaats, maar hier bij de zeekadetten ben ik te druk bezig om eraan te denken.’

Wim van der Borden

‘Een zeeman werkt niet. Een zeeman vaart.’

Jan van Santen

‘Als er een schip van zee kwam, dan werd er een bal gehesen op de toren, zodat iedereen het wist.’

Reinier van de Wetering

‘Als loods ken ik de Nieuwe Waterweg als mijn broekzak. Alle strekkingen, dieptes en getijden. Ik voel liefde voor het gebied.’

Alfred Kyle Young II

‘De grootste uitdaging waar je aan boord mee te kampen krijgt is heimwee, omdat je ver van je familie bent.’

Daniel Pot

‘De rivier is een bewegend schilderij. Altijd iets bijzonders en het verandert altijd. Dat vind ik zo mooi aan het water.’